1. Snijd de ui, de knoflook en de wortel klein en fruit ze in een flinke scheut olijfolie. Voeg, als de ui glazig is en de wortel al iets zacht begint te worden, de spinazie toe en laat hem slinken, maar blijf roeren.
2. Kook ondertussen flinke hoeveelheid water met een snufje zout en kook de lasagnebladen.
3. Maak nu de bechamel. Smelt 50 gram boter en vroeg daarna 50 gram bloem toe, roer dit samen tot 1 substantie.
4. Voeg nu de langzaam de melk toe terwijl je steeds blijft roeren, stop met melk toevoegen als je de juiste consistentie hebt.
5. Snijd de dille fijn en voeg toe. Voeg tevens een snufje cayennepeper (halve theelepel, maar pas op), een kwart blokje visbouillon en de fijn geraspte schil van 1 citroen toe.
6. Proef de bechamel en maak hem op smaak met zout en peper.
7. Snijd de kabeljauw in blokken van 3 bij 3 cm. Pel de garnalen en snijd ze eventueel door midden.
8. Nu gaan we de lasagne opmaken. Begin met een laagje bechamel voor op de bodem.
9. Hierna het groenten mengsel, daarna de vis en de garnalen en tenslotte de bechamelsaus. Hier overheen leg je de lasagnebladen en druk het geheel nog even aan.
10. Maak in totaal 3 lagen met lasagnebladen. Bij de laatste laag groenten, vis en bechamel, sluit je niet af met lasagnebladen maar leg je een laag parmesaanse kaas op de bechamelsaus.
11. Hierop leg je sierlijk een aantal dun gesneden plakjes tomaat.
12. Zet de schaal 25 minuten in de oven op 180 graden en sluit af met 5 minuten onder de grill voor een mooi krokant laagje aan de bovenkant.