Probleem
- Droger droogt niet goed
- Droger geeft een slecht droogresultaat
- Kleding is nog steeds nat aan het einde van de droogcyclus
- Droogcyclus duurt lang (stopt niet)
- Het drogen duurt te lang
Heeft betrekking op
- Afvoerdroger
- Condensdroger
- Warmtepompdroger
Oplossing
- Begrip van het verschil tussen een warmtepompdroger en een condens- of afvoerdroger.
Warmtepompdrogers drogen zeer behoedzaam en energiezuinig bij een lage temperatuur (max. 54°C). De droogtijd zal iets langer zijn dan bij apparaten met een hoog energieverbruik. Dit is normaal en geen storing.
Bij warmtepompdrogers kan het lijken alsof de machine niet opwarmt aan het begin van een droogcyclus. Dit komt doordat alle energie van de warmtepomp wordt gebruikt om het water/vocht in de kleding te verwarmen en te verdampen.
Vermijd om de deur tijdens een cyclus te openen om de kleding te controleren. Telkens dit gebeurt zal de droogcyclus namelijk verlengd worden met minstens een half uur. Dit doordat de warmtepomp er even over doet om opnieuw de volledige werkdruk in het verwarmingssysteem te bereiken.
Sommige modellen hebben een sneldroogcyclus met een kortere droogtijd. U kunt deze cyclus gebruiken als u geen tijd heeft om te wachten tot de normale droogcyclus is voltooid. Het gebruik van dit programma verhoogt het energieverbruik en het geluidsniveau, aangezien de warmtepomp op volle kracht en snelheid zal werken gedurende de gehele droogcyclus. - Centrifugeer het wasgoed voor het drogen.
- Overschrijd de maximale beladingsgrootte niet.
De aanduiding van de beladingshoeveelheid in de handleiding heeft altijd betrekking op het gewicht van het droge wasgoed.
Overbelasting kan de warmtecirculatie rond de kleding verminderen, waardoor de droogtijd wordt verlengd. Ontwar kleren voordat u ze in de droogkast steekt, om de droogtijd te verkorten. - Kies het juiste droogprogramma.
Kies het geschikte droogprogramma rekening houdende met het type wasgoed en de wassymbolen op het etiket. Handig is het programmaoverzicht in de gebruikershandleiding. - Selecteer een hoger droogniveau (bv. Extra droog) voor vochtgestuurde programma's (bv. Kastdroog katoen).
Droogprogramma's zijn ofwel tijdgestuurd ofwel vochtigheidsgestuurd. Voor de vochtgestuurde programma's kan een hoger droogniveau ingesteld worden. - Sorteer het wasgoed op dikte en weefseltype.
Als de lading uit verschillende diktes of verschillende soorten stof bestaat, sorteer het wasgoed op dikte en weefseltype en droog het apart. Sommige drogers zijn uitgerust met speciale programma's voor verschillende soorten stof of dikte van het wasgoed, zoals "MIX XL", "Jeans" of "Dekbed". - Drogen van kussens en dekbedden.
Raadpleeg de gebruikershandleiding om te zien of het apparaat geschikt is voor het drogen van kussens en dekbedden. Indien het niet geschikt is, bestaat het risico dat de droger oververhit en beschadigd geraakt.
Is de droger geschikt, stel dan het juiste programma in. Raadpleeg hiervoor de gebruikershandleiding.
Zijn de kussens niet helemaal droog op het einde van het speciale programma, kies dan opnieuw voor een korte droogcyclus met een duur van meer dan 10 minuten, aangezien de laatste 10 minuten bestaan uit koelen zonder warmte. - Stel de optie Drogen PLUS in op MAX indien de droger hiermee is uitgerust.
- Drogen van licht vochtige kleding.
Bijna droge kleding kan verder gedroogd worden door een tijdprogramma te kiezen met een duur van meer dan 10 minuten. Dit aangezien de laatste 10 minuten van de droogcyclus bestaat uit koelen zonder warmte. Automatische droogcycli zijn dus niet aangewezen voor kleding die nog maar licht vochtig is. - Stel de optie voor het resterende vochtgehalte in op het hoogste droogniveau.
Controleer voor de drogers die uitgerust zijn met deze optie, de instelling van de standaard droogniveaus (zie ook de gebruikershandleiding). Voor het beste droogresultaat moet de instelling eenmaal op CO_ worden gezet.Waterhardheid Weergavesymbool Zacht 
Medium 
Moeilijk 
- Maak het filter zorgvuldig schoon na elke droogcyclus
Maak het filter schoon, verwijder de pluizen en spoel onder de heetwaterkraan. Reinig het filter met uw vingertoppen.
Als het filter vuil is, kan de warme lucht er niet goed door heen, wat kan leiden tot een slecht droogresultaat. Een oorzaak kan het gebruik van te veel wasmiddel zijn tijdens het wassen. Hierdoor zal de warme lucht tijdens het drogen ook wasmiddelresten bevatten, en het filter verstopt raken.
Houd er rekening mee dat het filter er misschien schoon uitziet, maar nog steeds verstopt is. Hou het filter tegen het licht en kijk erdoor heen. Of hou het filter onder een kraan en kijk of het water er door heen stroomt.
Let op, na het reinigen dient het filter gedroogd te worden alvorens deze wordt terug geplaatst.
Vervang het filter door een nieuwe indien deze niet meer schoon te krijgen is. Raadpleeg onze webshop. - Reinig de condensor en het condensorcompartiment. (alleen voor warmtepomp- en condensdrogers)
Als de condensor vuil is, kan de warme lucht niet goed worden gecondenseerd. Onvoldoende luchtstroom kan een slecht droogresultaat geven. Als de condensor vuil is, kan dit de reden zijn waarom de machine niet opwarmt.
Reiniging warmtepompdrogers:
Reiniging condensdrogers:
- Maak de trommelribben en de droogtrommel schoon met schoonmaakazijn (voor modellen vanaf 2011).
Als de trommelribben of de trommel vervuild zijn door resten wasverzachter van tijdens het wassen, kan dit slechte droogresultaten geven. - Maak de vochtmeetstrips schoon met witte azijn (voor modellen vanaf 2011).
Als de vochtmeetstrips (2 metalen die zich aan de binnenkant, onderaan de vulopening bevinden) vervuild zijn door het gebruik van wasverzachter tijdens het wassen, kan dit tot een slecht droogresultaat leiden. - Controleer of de luchtafvoerslang niet verstopt of dubbelgevouwen is (alleen bij afvoerdrogers).
Wanneer de luchtafvoerslang verstopt is of dubbelgevouwen, kan de warme lucht niet goed worden afgevoerd. Dit geeft slechte droogresultaten. - Zorg ervoor dat de kamertemperatuur hoger is dan +5°C en lager dan +35°C.
De optimale kamertemperatuur ligt tussen 19°C-24°C. Als de omgevingstemperatuur te laag of te hoog is, werkt de droger mogelijk niet correct. Verwarm de ruimte waarin de droger staat tot een geschikte temperatuur, of verplaats de
droger naar een andere kamer.
Bij een te lage omgevingstemperatuur zal de droogtijd langer zijn. Bij temperaturen tussen 10˚C en 15˚C kan de droogtijd met 30% toenemen en bij temperaturen tussen 5˚C en 10˚C loopt de droogtijd op met maar liefst 50%. - Controleer of de droger is aangesloten op een geaard stopcontact.
Als het apparaat niet geaard is, zal het meetsysteem niet correct werken en kan het besluiten dat de kleding op het verkeerde moment droog is. Als uw apparaat niet geaard is, bestaat er kans op elektrische schokken. - Reset de droger.
Haal de stekker uit het stopcontact, wacht 3 minuten en sluit de droger weer aan. - Controleer op een foutcode.
De foutmelding kan een code in het display zijn, een knipperende LED of een reeks pieptonen.
Als er een foutcode wordt weergegeven, raadpleeg dan de gebruikershandleiding of onze servicepagina voor het oplossen van problemen. - Controleer of de droger opwarmt.
Maak eerst het apparaat schoon en start daarna een tijdprogramma van minimaal 120 minuten zonder lading.
Open na een uur de deur en controleer of de trommel van binnen warm is (met nog minimaal 20 minuten resterend op het display).
Als de binnenkant van de trommel heet is, werkt het verwarmingssysteem. Bij droogtrommels die zijn uitgerust met een warmtepomp, hoort u vaak ook suizende of klotsende geluiden van het apparaat als het stopt.
Als de droger 1 uur na de start van het programma nog steeds niet warm is, raden we het bezoek van een servicetechnieker aan. - Heb je nog vragen bij dit advies, neem dan contact op met onze servicedienst.
Of maak zelf een online service afspraak. De afspraak kan 24 uur per dag geboekt worden, kies daarbij de datum die voor jou het beste past.
